Quality time met je peuter of baby I -voorlezen

In de drukte van alledag schiet het er zo gauw bij in: quality time met onze kinderen (misschien roept alleen de term ‘quality time’ al een schuldgevoel in je op). Terwijl we allemaal weten dat het zo goed is om ze helemaal onze aandacht te geven. Maar ja.. wanneer..? En hoe vullen we die tijd dan in? En zeker met hele kleintjes… wat is iets waar zowel je kind als jij van kunnen genieten?
In deze blogserie geef ik je tips én laat ik zien je hoe babygebaren hierbij kunt gebruiken.

Tja, wat kan ik zeggen, als dochter van een boekwinkel-eigenaar? 😉
Voorlezen is al-tijd een goed idee.
Lekker samen op de bank, in bed of waar dan ook. Je beleeft samen het verhaal, ontdekt dingen, kunt eventueel napraten of er later op terugkomen. Echt even samen-tijd!

voorlezen aan je baby

Kies een boekje dat past bij de leeftijd en interesses van je kind.

Hele jonge baby’s snappen nog niet wat je zegt, maar ze genieten zeker van het op schoot zitten en van de klank en het ritme van jouw stem. Wanneer je hebt besloten om je kind al op jonge leeftijd gebaren aan te bieden, kun je die er ook bij maken. Zelfs als je kind het nog niet snapt, helpt het jou om de gebaren te oefenen. Zorg wel dat je focus en aandacht op het voorlezen ligt en het contact met je kindje.

Iets oudere baby’s houden van duidelijke plaatjes. Misschien hoeft daar niet eens een verhaaltje bij te zitten, je kunt ook gewoon samen plaatjes kijken + benoemen wat je ziet (of: iets noemen en je kind het laten aanwijzen).
Hierbij kun je heel goed gebaren gebruiken! Zorg dat je zelf de gebaren kent van bijv de dieren die in het boekje voorkomen en maak deze als je het dier aanwijst. Plaatje aanwijzen + dier/voorwerp/persoon benoemen + gebaar maken. (En bij dieren: ook nog even het geluid maken natuurlijk!)

Een dreumes of jonge peuter kun je prima een ‘echt’ verhaaltje voorlezen. Er zijn veel boekjes die gaan over alledaagse, herkenbare dingen. Een verhaaltje op rijm leest lekker, en je zult merken dat je kind al snel onthoudt wat er nu gaat komen. Stop net voor het laatste woord van de zin met lezen, en geef je kindje de kans om het aan te vullen. En maak samen de gebaren bij de belangrijkste woorden in de zin.
En ik hoorde over een dreumes die zelf met een boekje zat, en bij elke bladzijde die hij bekeek, het gebaar maken dat bij het dier hoorde. Zo leuk om te kunnen zien hoe hij zichzelf ‘voorlas’!

Oudere peuters kunnen echt opgaan in een mooi verhaal. Prentenboeken zijn fantastisch hiervoor! Ook voor hen kun je (nog steeds) de gebaren erbij gebruiken. Gooi al je theatervaardigheden in de strijd en maak er een beeldend verhaal van. Een van onze voorleesboeken ging over Grote Beer en Kleine Beer. Wat je dan kunt doen, is het gebaar voor ‘beer’ op een grote of kleine manier uitvoeren. Dan beeld je dus direct uit, wie van de twee je bedoelt. Beweeg je op een ‘grote’ of ‘kleine’ manier, pas je lichaamshouding en mimiek aan bij ‘bang’ of ‘blij’, laat de ‘bus’ langzamer rijden dan de ‘auto’, enz enz. Leef je uit 🙂

Wanneer je het boekje eerst zelf een keer doorneemt, kun je kijken of er woorden in zitten die steeds herhaald worden. Dat zijn dan zeker woorden om te gebaren. De hoofdpersonages verdienen ook een gebaar, en misschien zitten er wat nieuwe begrippen in het verhaal die je (m.b.v. een gebaar) aan je kind wilt leren?

Extra tips voor het voorlezen

Er is een goede kans dat je kind al snel een favoriet boekje heeft. Omdat het gaat over iets dat hij leuk vindt, of omdat jij het zo grappig/spannend voorleest, of omdat de plaatjes zo mooi zijn. Bereid je voor op 50x hetzelfde boekje lezen. Misschien vind je ‘t saai worden, maar jonge kinderen houden van herhaling. Het voelt vertrouwd, geeft ze een gevoel van grip (“Ik weet wat er gaat komen.”) en tegelijkertijd ontdekken ze elke keer nieuwe dingen.

Om het voorlezen te verrijken, kun je -naast het voorlezen van de tekst- samen praten over het verhaaltje.
Bij hele kleintjes hou je het vooral op de feiten: kleuren, namen van dieren, of laat ze in hun speelgoedbak een zelfde speelgoedje zoeken als in het boekje staat.
Bij iets grotere kindjes kun je het boekje ‘vertalen’ naar hun eigen wereld: Hé, jij hebt net zo’n knuffelbeer als dit kindje -zou haar beer ook Joep heten? Kijk, dit kindje huilt. Waarom zou dat zijn? Enzovoorts.
En bij alles: gebruik de bijbehorende gebaren!

Zorg dat je met aandacht leest en er zelf ook ‘bij’ bent. Maak er een fijn momentje van met je kind!